Alle Administratiekantoren in Purmerend, Noord-Holland
Aanbevolen administratiekantoren
Lees meer over Purmerend
Gemeente Purmerend
Purmerend is een stad en gemeente in de regio Waterland in de Nederlandse provincie Noord-Holland.
Purmerend moet niet verward worden met het dorp Purmerland, dat een lintdorp is net ten zuiden van Purmerend in de gemeente Landsmeer. Aan de oostelijke rand van Purmerend ligt het kruispuntdorp Purmerbuurt, ingeklemd tussen de nieuwbouw en het Purmerbos. Een deel van de polder Purmer is onderdeel geworden van de stad Purmerend, met de wijken Purmer-Noord en Purmer-Zuid. Het zuidelijkste deel daarvan is nog landelijk gebleven en wordt bij het gehucht, annex poldergemeenschap Purmer gerekend, gelegen tussen Purmerend, Ilpendam, Overleek, Zedde en de stad Edam. Het meest westelijke deel van Purmerend is de kom in de A7, in de volksmond beter bekend als het Beusebos.
Geschiedenis
Purmerend is ontstaan als handelsnederzetting voor de visserij en scheepvaart tussen de (nog niet drooggemaakte) meren Purmer, het Beemster en de Wijde Wormer. De naam Purmerend is als volgt te verklaren: "het leght aan 't eynde van de Purmer, het welck een meir oft binnenwater was, maer namaels droogh en tot landt gemaeckt". Purmerend was rond 1340 een gehucht, maar kwam daarna tot bloei. Willem Eggert mocht in 1410 van graaf Willem de Zesde een eigen kasteel bouwen dat in 1413 gereed kwam; slot Purmersteijn.
Na het overlijden van Willem Eggert krijgt zijn zoon Jan Eggert het gezag over Purmerend. Jan Eggert belandde in de Hoekse en Kabeljauwse twist. Zijn vader kon nog net de dans ontspringen, maar Jan Eggert moest een keuze maken tussen beide partijen. Uiteindelijk koos hij de kant van Jacoba van Beieren, zij behoorde tot de Hoeken. Haar oom Jan van Beieren stond in tegenstelling tot Jacoba van Beieren aan de kant van de Kabeljauwen, hierdoor werd Purmerend in feite de vijand van Jan van Beieren. Jan van Beieren droeg dan ook Monickendam en Edam op om het slot van Purmersteijn te verwoesten en daarna wilde hij zijn zoon heer van Purmerend maken. Inmiddels had Jan van Eggert Purmerend al aan zijn zwager Gerrit van Zijl overgedragen, omdat de strijd hem te veel werd. Gerrit van Zijl gaf zich echter niet zo snel gewonnen en eiste ook zijn eigen rechten op. Het is nog steeds niet helemaal duidelijk of het slot Purmersteijn nou in de handen van Gerrit van Zijl is gebleven, of in die van de zoon van Jan van Beieren terecht kwam. Wat wel met zekerheid gezegd kan worden, is het feit dat Gerrit van Zijl Purmerend moest afstaan, omdat hij al zijn geld had uitgegeven aan de oorlog die hij voerde. Purmerend kwam nu in het bezit van Jan II van Montfoort. Na Jan II van Montfoort is Purmerend niet in één familie gebleven, maar zijn er verschillende heren uit verschillende families langsgekomen.
Purmerend kreeg in 1434 stadsrechten. Vanaf 1392 bezat de stad twee kloosters, waarvan het St. Ursula het bekendste was; dit bevond zich op de plek van de huidige Koemarkt. De overwinning van de Watergeuzen op de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog maakte in 1572 een einde aan de kloosters. Het kasteel Purmersteijn werd rond 1671 bewoond door Jacob F. Hinlopen; het werd afgebroken in 1741, omdat het in verval was geraakt.
Door het verkrijgen van marktrechten kon de stad Purmerend groeien als handelscentrum voor de nijverheid. De stad kreeg het recht op twee jaarmarkten en een weekmarkt, en sinds de 16e eeuw de bekende veemarkt. Van een plaats die voornamelijk gericht was op visserij en scheepvaart was begin 18e eeuw een stad ontstaan met nijverheid als drie brouwerijen, twee jeneverstokerijen, een buskruitmolen, een terpentijnstokerij, beide in het bezit van Jan Frederik Berewout, een zeepziederij, een azijnmakerij, een touwslagerij, een scheepstimmerwerf en drie zaag- en meelmolens.
De stad is omgeven door droogmakerijen, zoals de Purmer (die sinds het einde van de 20e eeuw deels tot Purmerend behoort), Beemster en Wormer, die in 17e eeuw werden ingepolderd. De stad werd het marktcentrum van de omgeving, maar het bevolkingsaantal groeide langzaam. Na 1960 is de bevolking gegroeid van ongeveer 10.000 naar ongeveer 80.000 inwoners. De stad ligt gunstig ten opzichte van Amsterdam, waar veel inwoners, vaak voormalige inwoners van de hoofdstad, werken.
Purmerend noemt zich met recht al jarenlang Marktstad, maar was in 2003 ook 'Kermisstad van Nederland'. Naast de kermis is Purmerend vooral bekend om haar (vee-)markten. Na de vele veeziekten tussen 1995 en 2001 is de koeien- en schapenmarkt niet meer in de open lucht toegestaan. De veemarkt is daarom verplaatst van het centrum naar het industrieterrein, en is overgegaan in private handen.
Openbaar Vervoer
Purmerend ligt sinds 1885 aan de Spoorlijn Zaandam - Enkhuizen en heeft drie stations: Purmerend Weidevenne, Purmerend en Purmerend Overwhere. Van 1894 tot 1949 had Purmerend een tramverbinding met Amsterdam-Noord.
Het busvervoer vanuit Purmerend wordt sinds 11 december 2011 verzorgd door EBS; centraal punt is het busstation Purmerend Tramplein. De buslijnen 304, 307 en 308 rijden vanuit afzonderlijke wijken van Purmerend naar het centrum van Amsterdam. Buslijn 301 rijdt vanaf De Rijp door Purmerend naar Amsterdam evenals buslijn 306 vanuit Middenbeemster. Deze buslijnen maken onderdeel uit van het R-net, een hoogwaardig OV-project in de Randstad. Het busverkeer tussen Purmerend en Amsterdam maakt gebruik van een speciale busbaan langs de N235, samen met de busstrook op de N247 is er hierdoor een vrije busbaan tussen Purmerend en Amsterdam. De buslijnen tussen Purmerend en Amsterdam rijden in een erg hoge frequentie (in de spits tot 14 keer per uur), mede daardoor bestaat in Purmerend de unieke situatie dat de bus een groter marktaandeel heeft dan de trein.
Het doortrekken van de Noord/Zuidlijn van de Amsterdamse metro naar Purmerend wordt door sommigen genoemd als een optie voor de toekomst. Dit wordt in Purmerend niet positief ontvangen, omdat het zou kunnen betekenen dat het fijnmazige busnetwerk ervoor opgeofferd zou moeten worden, wat ten koste zou gaan van de aantallen reizigers. De snelbussen zijn met hun vrije doorstroming naar de IJtunnel niet langzamer dan een metro, rijden met een hoge frequentie en stoppen, anders dan een metro, in veel wijken veel dichter bij het reizend publiek. De busbaan langs de N235 tussen de Dollard en Het Schouw is inmiddels doorgetrokken, wat zorgt voor een betere doorstroming voor het bus- en overige verkeer.