Alle Sportartikelen Sportkledingzaken in Overbetuwe, Gelderland
Aanbevolen sportartikelen sportkledingzaken
Lees meer over Overbetuwe
Gemeente Overbetuwe
Overbetuwe is een gemeente in de Nederlandse provincie Gelderland.
De gemeente vormt samen met de oostelijker gelegen gemeente Lingewaard de streek Over-Betuwe. Op 1 januari 2001 is de gemeente ontstaan uit de samenvoeging van de gemeenten Elst, Heteren en Valburg. Naast het gemeentehuis in Elst is er een gemeentevestiging in Andelst, wat vroeger het gemeentehuis van Valburg was. De gemeente maakt deel uit van de Stadsregio Arnhem Nijmegen.
Geschiedenis
De gemeente Overbetuwe is 1 januari 2001 ontstaan door samenvoeging van de voormalige
gemeenten Elst, Heteren en Valburg. De noordgrens ligt midden in de Nederrijn, de zuidgrens
midden in de Waal; de oostgrens ten oosten van de A325 tussen Arnhem en Nijmegen en de
grillige westgrens ten westen van Randwijk, Hemmen, Zetten en Andelst.
De bewoningsgeschiedenis van Overbetuwe begint in de prehistorie. Op grond van
bodemvondsten is aangenomen dat bewoonbare delen van het rivierengebied bewoond zijn
sinds de jonge steentijd (ca. 5000 tot 2000 v. Chr.). De bewoners waren van Germaanse
herkomst en hun bewoningsmogelijkheden waren bepaald door activiteiten van de rivieren en
2
de aanwezigheid van hooggelegen gronden. Omstreeks 50 voor Christus onderwierpen
Germaanse indringers de bewoners in de Rijndelta. Deze Bataven hadden zich in Hessen na
een conflict afgesplitst van de Chatten. De Bataven vestigden zich op de stroomruggen met
een bewoningsconcentratie rondom Elst. Een aantal van deze circa dertig bewoningscentra
ontwikkelde zich in later tijd tot de kern van rondom Elst gesitueerde buurschappen: Raaien,
Hollanderbroek, Lienden, Eimeren, Reeth, Merm, Bredelaar, Aam, Rijkerswoerd en De Laar.
De centrale hoogte in Elst was het sacrale centrum van de Bataven. Het openluchtheiligdom
op deze plaats lag in het centrum van het Bataafse gebied op een kruispunt van wegen.
Vondsten van dierbeenderen duiden aan dat deze cultusplaats ook een offerplaats was. Al
gauw kregen de Bataven te maken met de Romeinen die rond 15 v. Chr. de Rijndelta inlijfden
bij het Romeinse Rijk. Bataven en Romeinen sloten een bondgenootschap op basis van het do
ut des principe (Latijn: ik geef opdat jij geeft). De Bataven stelden krijgshaftige hulptroepen
beschikbaar voor de Romeinse legioenen in ruil voor vrijstelling van belasting en posities in
bestuur en leger. Ze leverden ook uitstekende ruitereenheden en lijfwachten van Romeinse
keizers en zorgden voor grensbewaking. In 47 bepaalde keizer Claudius dat de Rijn zoals die
destijds langs Utrecht en Katwijk naar zee stroomde de noordelijke rijksgrens (Limes) zou
zijn. Het insula Batavorum, het eiland van de Bataven, was tot omstreeks 450 na Chr.
frontgebied. Romeinse soldaten bouwden castella (legerkampen) op regelmatige afstand langs
de grens, onder andere in Meinerswijk, Driel en Randwijk. Ze legden ook voor het leger
bestemde (heir)wegen aan, onder meer van Nijmegen via Ressen, Merm, Aam en Elst naar
Driel. Daar splitste de weg zich in oostelijke richting naar het castellum Castra Herculis in
Meinerswijk en in westelijke richting naar Randwijk en
verder. Bij deze strategische splitsing ten oosten van
Driel lag bij de stroomgordel Santacker-Driel ten
noorden van de Vogelenzangsestraat een van de
grootste Bataafse nederzettingen. Bovendien bouwden
de Romeinen voor de Bataven een stenen heiligdom,
een Gallo-Romeinse tempel, op de oude cultusplaats.
Dit centraal en nationaal heiligdom van de Bataven is
een van de oudste stenen gebouwen van ons land.
Het benodigde materiaal is waarschijnlijk aangevoerd
door de Ressense stroomgordel tot Aam en vervolgens door kleinere kreken en geulen tot
vlakbij de plaats van bestemming. Het bouwwerk is waarschijnlijk verwoest tijdens de
Bataafse opstand in de jaren 69/70. Omstreeks 100 na Chr. bouwden de Romeinen op
dezelfde plaats een tweede Gallo-Romeinse tempel, gewijd aan de godheid Hercules
Magusanus. Deze tempel behoort tot de grootste Gallo-Romeinse tempels (ca. 23 x 32 m.) ten
noorden van de Alpen en is van internationale betekenis. De tempel is wellicht in de 3de eeuw
buiten gebruik geraakt. Tijdens archeologisch onderzoek binnen de muren van het
kerkgebouw zijn in 1947 fundamenten van deze tempels bloot gelegd en voor bezichtiging
geschikt gemaakt. Ook omstreeks 100 na Chr. bouwden Romeinse soldaten van het Tiende
Legioen ten noordoosten van de grote tempel een kleine Gallo-Romeinse omgangstempel. In
juni 2002 zijn in de huidige woonwijk Westeraam bij de straat Noorderlicht restanten van
deze tempel aangetroffen. Ook van vermoedelijk drie houten voorgangers uit de 1ste eeuw.
De derde houten tempel uit omstreeks 70 met een ruim terrein omgeven door een palissade is
rond het jaar 100 afgebrand. De op het westen georiënteerde stenen tempel hoorde
waarschijnlijk bij een Romeinse controlepost, herberg of paardenwisselstation. Omstreeks 450
trokken de Romeinen en Bataven zich uit deze streken terug; vrijwel midden in de
betrekkelijk natte periode van circa 200 tot circa 750