Alle Thuiszorgorganisaties in Nijmegen, Gelderland
Aanbevolen thuiszorgorganisaties
Lees meer over Nijmegen
Gemeente Nijmegen
Nijmegen (in het Nijmeegs: Nimwèège, Duits: Nimwegen, Latijn: Noviomagus, Frans: Nimègue, Spaans en Italiaans: Nimega) is een stad en gemeente in de Nederlandse provincie Gelderland, dicht bij de grens met Duitsland. De gemeente is qua inwonertal de grootste in de provincie en de tiende van Nederland.
De stad Nijmegen ligt grotendeels op de zuidelijke oever van de Waal, aan de voet van een stuwwal. Een deel van de gemeente ligt aan de overzijde van de rivier. Het betreft hier de zogenaamde Waalsprong, een recent geannexeerd gebied, waarin zich het dorp Lent en een deel van Oosterhout bevinden. Samen met Arnhem, Wijchen en 17 andere gemeenten in de omgeving vormt Nijmegen de Stadsregio Arnhem Nijmegen (SRAN voorheen KAN).
Nijmegen heeft een lange geschiedenis, die meer dan 2000 jaar teruggaat. Als Ulpia Noviomagus Batavorum kreeg het rond het jaar 100 marktrechten. In 1230 werd Nijmegen vrije rijksstad en in 1402 hanzestad. Nadat Nijmegen tussen 1655 en 1679 al eens een Illustere Academie huisvestte is de stad sinds de komst van de Katholieke Universiteit (de huidige Radboud Universiteit) in 1923 een universiteitsstad.
Diverse andere gemeentes in de omgeving, zoals Wijchen, Beuningen en Berg en Dal, maken met Nijmegen deel uit van het Rijk van Nijmegen.
Naamgeving
De Latijnse term Noviomagus kan worden teruggevoerd op de Keltische woorden magos ('vlakte' of 'markt') en novio ('nieuw'). De Romeinen latiniseerden dit vervolgens tot Noviomagus. Ze gebruikte deze als toponiem om verschillende steden mee aan te duiden. Nijmegen werd Ulpia Noviomagus Batavorum genoemd. In de tijd van Karel de Grote heette de stad Numaga, dat mettertijd in Nieumeghen ('Nieuw-megen') of Nymegen veranderde.
De stad heet in het plaatselijke dialect - het Nijmeegs - Nimwèège. In het Duits heet de stad Nimwegen. Beide vormen zijn ontstaan door metathesis van de medeklinkers /-wm-/> /-mw-/. In zowel het Spaans als Italiaans heet de stad Nimega en in het Frans is dat Nimègue. In het Engels is het Nimeguen.
Geschiedenis
Nijmegen is mogelijk de oudste stad van het huidige Nederland en vierde in 2005 zijn 2000-jarig bestaan. Tijdens het Romeinse Rijk was Nijmegen onderdeel van de Limes, de grens tussen het Romeinse Rijk en de verschillende zogenaamde Germaanse gebieden. In Nijmegen was van 71 tot 104 het 10e legioen van de Romeinen gelegerd. Er is tijdens het Romeinse bewind een groot fort (castra) gebouwd op een heuvel aan de Waal, een paar onderdelen zijn daar nog van over. Er worden ook nog regelmatig opgravingen gedaan waarbij Romeinse spullen worden gevonden.
De stad werd gevormd als handelsnederzetting naast het Romeinse castra. Dit bood een voordeel omdat de markt daardoor door de legionairs beschermd kon worden en bovendien omdat de legionairs ook vele goederen nodig hadden, waar ze bovendien een goede prijs voor konden betalen, omdat ze een redelijk salaris ontvingen. De naam Nijmegen is dan ook afgeleid van de Latijnse aanduiding "Novio-magus", wat 'nieuwe markt' betekent. De Romeinen verlieten echter in de 3e eeuw het fort.
Overigens zijn er ook nu nog duidelijke sporen te vinden van deze rijke geschiedenis van Nijmegen. Zo heet het grote verkeersplein ten zuiden van de Waalbrug sinds 1956 het "Keizer Traianusplein". Tussen dat plein en de Waal staan nog steeds enkele ruïnes en ook op de heuvel bij de Waal staat nog steeds een verdedigingstoren Belvedère, ook al is dat natuurlijk heel wat jonger dan het eerder genoemde Romeinse castra.
In de Middeleeuwen werd de stad een aanzienlijk centrum. In 1155 liet Frederik Barbarossa zijn burcht het Valkhof voltooien. In de gevelsteen die hij liet aanbrengen staat de geschiedenis vermeld. In 1230 verwierf de stad formeel haar stadsrechten. In 1248 kwam de stad in handen van de graven van Gelre. Aanvankelijk werd het door Rooms-koning Willem van Holland in onderpand gegeven aan de Gelderse graaf Otto II, maar omdat Willem II zijn schulden door financiële problemen niet kon aflossen, bleef de stad Gelders bezit en werd zij spoedig de voornaamste van de vier Gelderse hoofdsteden en bovendien een Hanzestad. In 1543 kwam de stad echter, zoals ook de rest van Gelre, onder Habsburgs bestuur.
De reformatie werd in Nijmegen positief ontvangen. Protestanten en Rooms-katholieken hadden in 1566 dan ook gelijke rechten, maar in 1579 waren de rollen omgekeerd en werden de katholieken onderdrukt. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat dit een aanleiding was voor "zijne meest katholieke koning van Spanje" om een campagne tegen de opstandige noordelijke gewesten (ie. de Nederlanden) op te zetten. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd Nijmegen een aantal malen belegerd. Op 16 maart 1585 zond Nijmegen een gezant naar Alexander Farnese, de hertog van Parma, om tot een overeenkomst te komen, waardoor de hervormden en protestanten hun net verworven rechten weer verloren. Tijdens het tweede Beleg van Nijmegen in 1591 werd Nijmegen door Prins Maurits heroverd.
Later werd Nijmegen van 1672 tot 1674 bezet door de Fransen, maar de rust werd in 1678 weer hersteld door de vrede van Nijmegen waarmee de vrede tussen de Republiek der Nederlanden en Frankrijk werd besloten.
In het kader van de katholieke emancipatiebeweging kreeg Nijmegen in 1923 een universiteit met rooms-katholieke signatuur, de huidige Radboud Universiteit Nijmegen (voorheen Katholieke Universiteit Nijmegen). De laatste keer dat Nijmegen in de vuurlinie van een oorlog lag, was in de Tweede Wereldoorlog. In mei 1940 was het de eerste Nederlandse stad die in Duitse handen viel. Op 22 februari 1944 leed Nijmegen zware schade en vielen er honderden doden bij een geallieerd bombardement op de binnenstad. In september 1944 werd er tijdens operatie Market Garden zwaar gevochten in en rondom de stad om de Waalbrug onbeschadigd in handen te krijgen en te houden, wat de Britten en Amerikanen uiteindelijk lukte(zie ook De Oversteek).
Het als gevolg van het bombardement ontstane "Plein 1944" is na de oorlog lang goeddeels onbebouwd gebleven. Sinds 2013 staan er appartementencomplexen en een parkeergarage.
Door verwaarlozing en armoede was de Benedenstad (het deel van het centrum dat in het lage deel, aan de Waal, is gelegen) na de bouw van de Waalbrug in verval geraakt. Hoewel de Benedenstad min of meer gespaard bleef voor de oorlogshandelingen, was de toestand van dit stadsdeel door de vele reeds gesloopte panden en slechte woonomstandigheden (verkrotte, onbewoonbaar verklaarde panden, huizen zonder sanitair e.d.) zodanig, dat na jarenlange discussies en plannenmakerij in 1972 besloten werd tot grootschalige sloop en herbouw. In 1975 is de Benedenstad uitgeroepen tot "beschermd stadsgezicht", maar toen waren de meeste middeleeuwse panden al gesloopt. Slechts (delen van) enkele straten zijn nog oorspronkelijk gebleven en gerestaureerd.
In de jaren zestig en zeventig kreeg Nijmegen het imago van rode stad. Er waren in die jaren veel marxisten te vinden die door de relatief grote populatie aan studenten erg opvielen. Een gewelddadige confrontatie tussen de linkse krakers en het Nijmeegse bestuur vond plaats in februari 1981, de Piersonrellen.
Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft de stad zich flink uitgebreid, maar dat gebeurde eenzijdig in westelijke en vooral zuidwestelijke richting. De dorpen Hatert, Hees en Neerbosch werden opgeslokt door stadswijken met dezelfde naam. De belangrijkste uitbreiding was de bouw van de stadsdelen Dukenburg en Lindenholt vanaf 1966, ten westen van het Maas-Waalkanaal. De structuur van de stad werd zo zeer onevenwichtig: het centrum ligt geheel in het noorden, maar de stadsuitbreiding vond kilometers daarvandaan in zuidwestelijke richting plaats. Tot voor kort was de Waal een onneembare barrière die de noordgrens van de bebouwing bepaalde. Sinds eind jaren 90 echter wordt er gebouwd aan de Vinex-locatie Waalsprong, ten noorden van de Waal.
In november 2005 werd in het centrum van de stad de plaatselijk bekende activist Louis Sévèke om het leven gebracht.
In de periode 2010-2020 wordt op de locatie van het oude havengebied in de Biezen, langs de Waal, het Waalfront gebouwd.
Geografie
Nijmegen ligt 15 km ten zuiden van Arnhem, waarmee het de Stadsregio Arnhem Nijmegen vormt. Een groot deel van de stad wordt in het noorden begrensd door de Waal, die bij Pannerden ontstaat als zijrivier van de Rijn. Een klein deel van de gemeente, de Waalsprong, ligt ten noorden van de Waal.
Nijmegen heeft een binnenhaven aan het Maas-Waalkanaal, dat bij het noordelijkste punt van de stad aftakt van de Waal.
In de directe omgeving van de stad Nijmegen treft men natuurgebieden aan met een grote verscheidenheid aan landschapstypen: langs de Waal en de Maas uiterwaarden met slingerende dijken, plassen en weilanden, glooiende stuwwallen begroeid met gemengde bossen en in de dalen een beekvegetatie, moerassige graslanden, heidevelden en schrale blauwgraslanden.
Aan het begin van de 19e eeuw telde Nijmegen slechts een goede 10.000 inwoners. In 1875 was dit aantal meer dan verdubbeld tot ongeveer 24.000 en tegen de eeuwwisseling was het inwonertal opgelopen tot 44.000. Dit zijn weliswaar geen spectaculaire aantallen als men naar de absolute cijfers kijkt, maar het is verhoudingsgewijs een verviervoudiging; in het laatste kwart van de 19e eeuw is de bevolking bijna verdubbeld.
De grote groei deed zich voor in de 20e eeuw. Vlak na de Eerste Wereldoorlog liep Nijmegen richting de 70.000 inwoners, een paar jaar na de Tweede Wereldoorlog overschreed het reeds de 110.000 inwoners. De 150.000e inwoner werd in 1971 ingeschreven, maar door daling van de gezinsgrootte en gelijkblijvende woningvoorraad trad toen een stagnatie en zelfs bevolkingsdaling op (op 1 januari 1995 telt Nijmegen 147.561 inwoners en 65.020 woningen), die pas in opwaartse zin werd doorbroken bij de overgang naar de 21e eeuw, door grootschalige nieuwbouw ten noorden van de stad.
Zoals uit bovenstaande tabel valt op te maken groeit Nijmegen sindsdien langzaam maar gestaag verder. De gemeente Nijmegen verwacht dat in 2020 het inwoneraantal tussen 181.000 en 187.000 ligt.